Soms voel ik me, als ik in de woonkamer zit, opeens zo ongelooflijk rijk. Daar zit ik dan tussen allemaal mooie spullen – en het woord ‘salonsocialist’ komt in me op. Maar als ik eens rustig rondkijk, besef ik dat die rijkdom ‘m niet zit in de duurte van de inrichting. De bank vonden we op straat, daar had ik al over geschreven. Eén prachtige fauteuil met gebogen houten armleuningen kochten we bij de kringloop, toen we nog in Zaandijk woonden. De andere fraaie stoel komt uit het huis van mijn schoonvader. Een schattig vijftigerjaren boekenkastje was van mijn moeder. De tafel waar de computer op staat, is een ontwerp van een vriend van echtgenoot. Hij schonk hem aan ons als dank voor een klusje dat echtgenoot ooit voor hem deed. Een lief hangoor-bijzettafeltje komt bij een opkoper in meubels vandaan, die een winkel heeft in de Piet Heinstraat. Verder hebben we diverse kisten staan. Eentje stond ooit bij het Nederlands Bijbelgenootschap, waar ik vroeger werkte. De ander was van een houtbewerker, een leermeester van mijn echtgenoot. Een heel stel mooie kopjes is afkomstig van een tante. Diverse schalen vonden we her en der bij het grof vuil, of mochten we gratis meenemen van een markt in Gent. Voor het inrichten van een huis hoef je echt niet veel geld uit te geven. Maar dat ik me rijk voel als ik de kamer rondkijk, blijft. Rijk en dankbaar, want achter alle meubels zit een mooi verhaal en vaak ook een dierbaar persoon. Ik besef goed dat we die mooie spullen nooit zouden hebben, als we niet zoveel mensen en mogelijkheden op ons pad hadden gehad. Toen laatst de zon vrolijk naar binnen scheen en precies op deze ets viel, zag ik een detail dat me nog niet eerder was opgevallen. Op de hoek van een gevel zit een heiligenbeeldje, onder een stenen baldakijntje. Het kunstwerk werd me er nog dierbaarder door. Als ik ernaar kijk, verbeeld ik me dat ik over de keitjes loop, door het straatje, dat me om de een of andere reden Vlaams aandoet. Hoe zou de kamer achter die gordijnen eruitzien? Waar praten die twee vrouwen over? Mijn echtgenoot vond dit werk jaren geleden bij het grof vuil, samen met nog zes andere stukken. Hij redde ze van de straat, wat nog een heel gedoe was als je met de fiets bent. Hier waren we meteen verliefd op. Het is gemaakt door Julien Celos. Het hangt boven een schattig oud nachtkastje, dat we ook op straat vonden. Bij de schilderijen zaten er een paar die we niet zo mooi vonden – die verkochten we aan iemand die in antiquiteiten doet. Maar nog een ander vonden we wel leuk. Er staan Franse huizen op, cafés, dames die zich over nat plaveisel reppen, een dienstbode. Ik waan me in oud-Parijs, als ik ernaar kijk. In diezelfde zon van laatst zag ik dat de lijst van het Franse schilderij nodig weer eens afgestoft moet worden. Ik bekeek hoe de figuurtjes met een enkele verfklodder zijn vormgegeven. En er drong opeens iets tot me door: beide werken tonen een straattafereel. Beide vormen een ode op de straat. Extra onvoorstelbaar dat ze op de keien waren gezet! Zoals ik al schreef: onder snoepautomaten op stations liggen vaak muntstukken. De zoons zijn inmiddels te groot om languit op de grond te liggen, prutsend en peuterend om het geld eronder vandaan te krijgen. Maar in het verleden hebben we daar een hoop lol mee beleefd. Ik ging af en toe samen met ze een heel stel stations langs, met een speciale wapenuitrusting: een zaklantaarn, een oude uitschuifbare antenne, een ijzeren klerenhanger, plakband, magneetjes. We gaven dus treingeld uit om muntjes te vinden. Dat lijkt tegenstrijdig, maar het zijn natuurlijk twee verschillende geldstromen; een dagje uit kost immers altijd reisgeld. De grap is: gewoon op pad gaan en op ieder station uitstappen. Alle automaten langs. Kind plat op de grond, moeders staat ernaast, met een verontschuldigende blik. Af en toe stond ik verbaasde voorbijgangers te woord: ‘Tja, het is wat hè, die jeugd.’ Soms vertelde ik erbij dat we dit als sport deden, geld zoeken. De reacties alleen al maakten mijn dag goed. Zo was er een man die vertelde dat hij vroeger op de TT in Assen statiegeldflesjes verzamelde en ze ergens verstopte (de flessen mochten niet van het terrein af). Na de races reed pa dan met de auto voor, de flessen werden ingeladen en bij de supermarkt verzilverd. ‘Jong ondernemerschap, prima!’, zei de man, met een keurende blik op de zoons. Na zo’n dag kwamen we met dertig, veertig euro thuis. Onverteerbaar dat al dat geld nu blijft liggen! Er komt een dag dat ikzelf languit ga, plat op mijn buik voor een snoepautomaat. Vorige week heb ik een minilaptopje gekocht, in de Zoutmanstraat. Bij Harddata, een leuk klein winkeltje, waar je rustig kunt overleggen. Ik wilde er ook een hoes omheen, een sleeve, maar Harddata had de maat niet op voorraad. Dus ging ik op sleeve-jacht. Eerst bij de kantoorboekhandel om de hoek. Die had mooie, maar allemaal waren ze te groot. Toen bij een kantoorboekhandel verderop. Ook niet. V&D, De Bijenkorf… En ja hoor, zo zag ik mezelf plots door die vermaledijde Mediamarkt sjokken. Een verschrikkelijke winkel, met veel te veel keus. En vol graaiende mensen, van wie jij er dan één bent. Ik vond een sleeve, maar wist niet of mijn laptopje er wel in paste. Een meneer in rood overhemd gaf raad. Hij rommelde wat met hetzelfde laptopje dat daar ook te koop stond, en zei: ja hoor, past prima! Als ik in de Mediamarkt iets aanschaf, kom ik er altijd twee maal: één keer om te kopen, en één keer om te ruilen of terug te brengen. Zo ook nu weer, want thuis bleek de sleeve toch te klein. Ik dus weer op pad. Ik ging de deur uit, deed vijftien stappen, en bleef toen verbluft staan. In de etalage van de buur-buurvrouw, die onlangs een zelfgemaakte-tassen-atelier is begonnen, lag een prachtige iPad-hoes. Ik naar binnen. ‘Ja hoor, die maak ik op maat. Kies maar een mooi stukje leer uit! Overmorgen klaar, 35 euro.’ Precies even duur als dat ding van de Mediamarkt. Buurvrouw blij, ik blij. En mijn laptopje schurkt zich behaaglijk in zijn unieke, handgemaakte jasje. Uit onze eigen straat! Sharrybag: http://sharrybag.nl |
AuthorIk schrijf hier over wat we allemaal op straat vinden: serviesgoed, meubels, geld. Over de leuke ontmoetingen die we in onze straat hebben. En over onze levenshouding: leven met wat zich aandient, met wat op je pad komt. Dat houdt in: openstaan voor wat je tegenkomt, op straat, overal. CategoriesArchives
November 2023
|