Toen laatst de zon vrolijk naar binnen scheen en precies op deze ets viel, zag ik een detail dat me nog niet eerder was opgevallen. Op de hoek van een gevel zit een heiligenbeeldje, onder een stenen baldakijntje. Het kunstwerk werd me er nog dierbaarder door. Als ik ernaar kijk, verbeeld ik me dat ik over de keitjes loop, door het straatje, dat me om de een of andere reden Vlaams aandoet. Hoe zou de kamer achter die gordijnen eruitzien? Waar praten die twee vrouwen over? Mijn echtgenoot vond dit werk jaren geleden bij het grof vuil, samen met nog zes andere stukken. Hij redde ze van de straat, wat nog een heel gedoe was als je met de fiets bent. Hier waren we meteen verliefd op. Het is gemaakt door Julien Celos. Het hangt boven een schattig oud nachtkastje, dat we ook op straat vonden. Bij de schilderijen zaten er een paar die we niet zo mooi vonden – die verkochten we aan iemand die in antiquiteiten doet. Maar nog een ander vonden we wel leuk. Er staan Franse huizen op, cafés, dames die zich over nat plaveisel reppen, een dienstbode. Ik waan me in oud-Parijs, als ik ernaar kijk. In diezelfde zon van laatst zag ik dat de lijst van het Franse schilderij nodig weer eens afgestoft moet worden. Ik bekeek hoe de figuurtjes met een enkele verfklodder zijn vormgegeven. En er drong opeens iets tot me door: beide werken tonen een straattafereel. Beide vormen een ode op de straat. Extra onvoorstelbaar dat ze op de keien waren gezet! Comments are closed.
|
AuthorIk schrijf hier over wat we allemaal op straat vinden: serviesgoed, meubels, geld. Over de leuke ontmoetingen die we in onze straat hebben. En over onze levenshouding: leven met wat zich aandient, met wat op je pad komt. Dat houdt in: openstaan voor wat je tegenkomt, op straat, overal. CategoriesArchives
November 2023
|