We hadden al eens wat eetkamerstoelen gevonden bij het grof vuil, zie dag 83 en dag 84. Die van dag 84 waren na een paar jaar helemaal doorgezakt. We zoeken er een nieuwe bestemming voor. Inmiddels vonden we vier andere, vier dezelfde. Het zijn een soort ‘caféstoelen’. Deze staan nu aan de lange kant van de eettafel, en aan de korte kanten staan nog steeds de stoelen van dag 83.
Van dezelfde stijl als de stoeltjes van dag 112 en 113 hebben we ook een paar bankjes gevonden. Het ene hebben we al een hele tijd geleden laten opknappen. Het andere, dat gele, hebben we maar gewoon zo neergezet zoals we het vonden. Er staan, heel rustiek, twee planten op. Die ik nu, in de winter, ten behoeve van de vogeltjes laat staan; ook al zijn ze uitgebloeid.
Van hetzelfde soort als de vorige stoeltjes hebben we al meer op straat gevonden spul staan. Deze staan op het balkonnetje aan de voorkant, boven de erker.
Deze stonden bij het grofvuil. Er was ook een tafeltje bij, in dezelfde stijl. Dat zag er echt gammel uit. Bovendien lukte het wel om per fiets de stoeltjes te vervoeren, maar niet om ook de tafel mee te nemen. Het was laat, regenachtig, donker – dus om nou terug te fietsen voor het gammele tafeltje… Daarom het bij deze twee gelaten.
Het wordt eentonig, wéér iets uit een puinbak. Deze keer de kraaldelen waarvan echtgenoot de schuurdeur maakte. Grenenhout, mooi zwaar spul. Nu staat het nog in de grondverf. Als het aangrenzende tuinhuis helemaal klaar is, wordt in één keer al het houtwerk van de gevel geschilderd.
Iemand ruimde zijn of haar verleden op…
Theologieboeken, managementboeken, enkele romans. Ik nam de aardigste mee, voor de bazaar van de kerk. Naderhand hoorde ik hoe een bazaar-medewerker er daarna nóg een heel stel uitgevist had. Achter de kasten die links en rechts van de schuifdeuren kwamen, zitten latten die afkomstig zijn van een pallet. Die op straat lag.
Echtgenoot maakte van de ooit verbouwde kamer weer ‘kamers en suite’, d.m.v. een op Marktplaats gekochte schuifseparatie. De kasten maakte hij zelf. De latten waar de achterplaat op vast zit, zie je nooit meer terug. Daarom heet dit ‘blindhout’, volgens hem. Zeker omdat je het nooit meer ziet, is het natuurlijk zonde om dat splinternieuw te kopen. Iemand verderop in de straat was aan het verhuizen. Het was niet echt een blijde gebeurtenis: hij moest noodgedwongen naar een kleiner, eenvoudiger huis. Daarom moest hij voor een hoop spullen een nieuwe bestemming zoeken. Op een gegeven moment belandde hij op een punt dat de hoeveelheid hem aanvloog. Met het gevolg dat hij een heel stel dozen maar gewoon op straat zette.
Wij vroegen of hij het goed vond dat wij ze zouden meenemen en uitzoeken. Dat mocht. Hij was blij dat hij er vanaf was. We mochten ermee doen wat we wilden. Sindsdien staat dit theeservies bij ons te pronken. Paraplu’s vind je niet, die verlies je. Je laat ze staan in de trein, in een warenhuis, je vergeet ze in vestibules en in paraplubakken. Meestal op een plek waar je daarna nooit meer terugkomt, dus dat ding kun je verder op je buik schrijven.
Groot was dan ook mijn verrassing toen ik een paraplu in een puinbak zag liggen. Gewoon een goeie, zonder scheuren of verbogen baleinen. Lichtroze, niet mijn kleur, maar oké. Na talloze verloren paraplu’s vónd ik er nu es eentje! Wat te verwachten was: ik liet hem, nadat ik hem een tijdje gebruikt had, ergens staan. Daarom een foto van een ándere paraplu. Een zomers fotootje, onscherp, maar ik heb geen zin om nu de kouwe schuur in te duiken om een goede foto te maken. Deze ligstoelen met voetenkrukje lagen in een puinbak. Al jaren geleden. We hebben er veel plezier van!
|
AuthorIk schrijf hier over wat we allemaal op straat vinden: serviesgoed, meubels, geld. Over de leuke ontmoetingen die we in onze straat hebben. En over onze levenshouding: leven met wat zich aandient, met wat op je pad komt. Dat houdt in: openstaan voor wat je tegenkomt, op straat, overal. CategoriesArchives
November 2023
|