
Ergens is het een beetje vies, zo’n flesje van de straat meenemen. Een of andere dronkelap heeft er aan staan lurken en het met z’n ongetwijfeld ongewassen handen in een roes op de stoep achtergelaten. Maar ja, geld van de straat oprapen is eigenlijk nog viezer: door hoeveel handen is het muntstuk gegaan? Doorredenerend is iedere muntje een bron van bacteriën, ook als het net uit de kassa komt. Onder het motto ‘geld stinkt niet’ raap ik toch gewoon geld van de straat op en neem ik achtergelaten flesjes mee.
Het inleveren van zo’n flesje doe ik liever niet in de supermarkt, want daar wordt het teruggavebonnetje verrekend met de boodschappen die je daar doet. En het gaat ons echt om het verkregen muntje, dàt moet in het geldpotje. Van een kassière kan ik moeilijk vragen of hij of zij me apart het muntstukje wil terugbetalen. Die heeft wel meer te doen, met nog een wachtende rij te bedienen. Maar meneer Kooper neemt er alle tijd voor. En zo voorziet de achteloze bierdrinker mij niet alleen van geld voor het potje, maar ook van een gezellig buurtcontact. Met dank!
http://www.wijnkooper.nl/