Nou ja, natuurlijk vonden we geen hoedenplank op straat. We vonden gewoon een plank. Echtgenoot bevestigde die boven de kapstok. We legden er hoeden op. En sjaals. En handschoenen.
Het laatste object uit de inmiddels beruchte puinbak van dag 48 en verder. Of liever: meerdere objecten. Een stuk of tien tuinstoelkussentjes. In een maat die wij niet konden gebruiken. Maar de keurig nette schone hele kussens laten verpieteren in een puinbak vonden wij geen optie. Dus meegenomen. Vervolgens lagen ze hier in de weg…
We hebben ze gegeven aan iemand van de organisatie van de Zeeheldentuin, een openbare buurttuin vlak bij ons. Ik weet niet eens of ze daar nu ook gebruikt worden, maar ongetwijfeld zijn ze ergens goed terechtgekomen. In hetzelfde absurde toneelstuk van dag 57 sloegen de acteurs met een toetsenbord op tafel. Ook uit de bewuste puinbak. Het was nog een hele toer om het stuk te krijgen. Het was zo’n ouderwets degelijk toetsenbord; die van tegenwoordig zijn veel kwetsbaarder.
Na het toneelstukje hebben de leerlingen het geval met geweld in tweeën geslagen. Ik heb er dus geen foto van… Daarom een afbeelding van een nog functionerend exemplaar. Uit de inmiddels bekende puinbak namen we een stel onzinnige dingen mee. De oudste zoon kon ze echter goed gebruiken als rekwisiet.
Dit kussen had een prominente rol in een toneelscene, opgevoerd voor het vak expressie. In een soort absurdistisch theaterstuk werden er nepvogels mee bekogeld. Nu maar gauw naar de kringloop met dit wanstaltige ding. Dag 48 t/m dag 51 beschreef ik verschillende dingen uit één puinbak. Er was nog meer, maar daar had ik even geen foto’s van. Zoals een enorme partij bierviltjes. Die heb ik inmiddels weggegeven aan iemand die optreedt en een ‘bierviltjes-act’ heeft.
Maar gisteren vond ik opeens onder een bloempot toch nog twee exemplaren. Een poreuze bloempot, zoals duidelijk te zien is. De viltjes hebben de kast, waar de plant op staat, goed beschermd. Ik zie me nog zitten, samen met manlief in een café in het Zeeheldenkwartier. We dronken een kopje koffie. En we keken uit op een stapel troep, kennelijk bedoeld als ‘grof vuil’.
Opeens zag een van ons iets dat op een Tomado-rekje leek. We gingen kijken, en jawel: een compleet rekje. Plus ééntje met plankjes en beugels, maar zonder de twee strips die aan de muur horen. Naar die strips ben ik nog op zoek. Maar met één volledig rekje ben ik al meer dan tevreden. Het hangt op mijn werkkamer (niet thuis, maar mijn werkplek buitenshuis). Die heb ik in jaren zestig-stijl ingericht. We vonden al eens eerder een nachtkastje, in onze eigen straat. Dit exemplaar stond op de Koningin Emmakade, bij ons om de hoek.
Het is een beduidend simpeler dingetje dan het andere. Goedkope houtsoorten, geen ornamentjes en al helemaal geen marmeren bovenplaat. Maar het is prima bruikbaar. Het staat in mijn werkkamer. Ik berg er mijn financiële administratie in op. Dit gratis kastje komt daar dus niet in voor. De jongste zoon vond dit kleedje, jááren geleden. Het lag midden op straat. We hebben het gewassen, en sindsdien ligt het op zijn kamer.
Het zag eruit als een vod, toen hij het meenam. Kennelijk kon hij daar doorheen kijken. Het is een schattig dingetje. Echt zo'n kleedje om voor je bed te leggen. Uit de puinbak van de afgelopen dagen visten wij nog een heleboel bierviltjes en allerlei kussentjes. Die heb ik weggegeven, en ik heb er geen foto’s van. Kom ik later op terug.
Daarom nu eerst maar een zeer recente vondst, ook gered uit een berg puin. Gisteren liep ik langs een bak met bouwafval. Tussen de houtsplinters en klodders nog nat cement lag een ventilator. Mee naar huis genomen, stekker in het stopcontact gedaan, en zoeffff... Hij doet het. De klodders afgeveegd en de boel schoongepoetst. Laat de zomerhitte maar komen! Verder uit de puinbak van dag 48: 250 plastic vorken. Zonde om weg te gooien, verschrikkelijk om mee te eten (zie dag 49). Ook maar naar kunstminnende Haagse kindertjes.
|
AuthorIk schrijf hier over wat we allemaal op straat vinden: serviesgoed, meubels, geld. Over de leuke ontmoetingen die we in onze straat hebben. En over onze levenshouding: leven met wat zich aandient, met wat op je pad komt. Dat houdt in: openstaan voor wat je tegenkomt, op straat, overal. CategoriesArchives
November 2023
|