Zoals ik al schreef: onder snoepautomaten op stations liggen vaak muntstukken. De zoons zijn inmiddels te groot om languit op de grond te liggen, prutsend en peuterend om het geld eronder vandaan te krijgen. Maar in het verleden hebben we daar een hoop lol mee beleefd. Ik ging af en toe samen met ze een heel stel stations langs, met een speciale wapenuitrusting: een zaklantaarn, een oude uitschuifbare antenne, een ijzeren klerenhanger, plakband, magneetjes. We gaven dus treingeld uit om muntjes te vinden. Dat lijkt tegenstrijdig, maar het zijn natuurlijk twee verschillende geldstromen; een dagje uit kost immers altijd reisgeld. De grap is: gewoon op pad gaan en op ieder station uitstappen. Alle automaten langs. Kind plat op de grond, moeders staat ernaast, met een verontschuldigende blik. Af en toe stond ik verbaasde voorbijgangers te woord: ‘Tja, het is wat hè, die jeugd.’ Soms vertelde ik erbij dat we dit als sport deden, geld zoeken. De reacties alleen al maakten mijn dag goed. Zo was er een man die vertelde dat hij vroeger op de TT in Assen statiegeldflesjes verzamelde en ze ergens verstopte (de flessen mochten niet van het terrein af). Na de races reed pa dan met de auto voor, de flessen werden ingeladen en bij de supermarkt verzilverd. ‘Jong ondernemerschap, prima!’, zei de man, met een keurende blik op de zoons. Na zo’n dag kwamen we met dertig, veertig euro thuis. Onverteerbaar dat al dat geld nu blijft liggen! Er komt een dag dat ikzelf languit ga, plat op mijn buik voor een snoepautomaat. Comments are closed.
|
AuthorIk schrijf hier over wat we allemaal op straat vinden: serviesgoed, meubels, geld. Over de leuke ontmoetingen die we in onze straat hebben. En over onze levenshouding: leven met wat zich aandient, met wat op je pad komt. Dat houdt in: openstaan voor wat je tegenkomt, op straat, overal. CategoriesArchives
November 2023
|