Vandaag het laatste object dat we uit het huis van dag 34 meenamen: een supergezonde rechtop-zit-kruk. We hebben hem een tijdlang gebruikt, tot we een mooiere stoel op straat vonden.
Met een leuning. Toch wat comfortabeler… We willen hem wegdoen. Iemand belangstelling? Gratis op te halen! Verder namen we twee lampjes mee uit het huis van dag 34. Eentje is inmiddels ter ziele. Het andere is ook der dagen zat. Maar ze hebben toch een tijd goed dienst gedaan in de kamers van de zoons. Nog een kleed uit het huis van dag 34. Minder mooi, maar zeker bruikbaar. Beide kleden liggen nu in de slaapkamer.
Binnen in het huis van dag 34 heb ik een flinke slag geslagen. Ik nam er dit kleed mee.
Oké, twijfelgeval: ik vond het niet op straat. Maar gelokt door een briefje op straat, kwam ik in dit huis terecht. En ik mocht het gratis meenemen. Ik stel hierbij vast dat ik dit kleed (en de spullen van de dagen hierna) via de straat heb gevonden. Lopend over de Laan van Meerdervoort zag ik jaren geleden een kleine uitstalling van spullen, met een briefje erbij: gratis meenemen. Toen ik ertussen ging zoeken, zwaaide er een deur open. ‘Binnen staat nog veel meer’, riep een mevrouw. ‘Het huis moet leeg, er komen nieuwe huurders in!’
Ik nam er van alles mee. Uit de voortuin viste ik deze plantenbak op. Er zaten aardbeienplanten in, daar hebben we nog een zomer lang de vruchten van geplukt. Naast de oudpapierbak staat de glasbak. Bij dag 10 vermeldde ik al een vaas die (gelukkig) niet door de opening paste en daar maar was neergezet. Vandaag nog eentje, een vierkante. Tulpen staan er prachtig in. Het was overduidelijk dat die Tom van dag 31 een periode van zijn leven rigoureus wilde afsluiten. Hij had alle schoolboeken en schriften en werkbladen hùp in die doos gegooid. Ik nam een hele stapel collegeblokken mee, waarvan slechts de eerste bladzijden volgekrabbeld waren met aantekeningen en berekeningen. Die scheurde ik eruit, en voilà, de rest gebruiken wij nu nòg. Op de voorkant van dit blok staat de volledige naam van deze jongen. Ik heb die maar onzichtbaar gemaakt. Wie weet of hij er anders ooit nog last mee zou krijgen, als hij solliciteert op een functie waarbij het niet handig is als je informatie op straat laat slingeren. Naast diezelfde papierbak van dag 30 stond een paar jaar terug een doos; kennelijk was de bak vol. In die doos zaten spullen van iemand die net zijn eindexamen had gedaan. Althans, zo heb ik het gereconstrueerd. Het was ergens begin juni, en de doos zat vol boeken en schriften, allemaal van iemand die Tom heet (zijn achternaam weet ik ook, maar die zal ik maar niet op internet gooien).
Dit Rome-boek kon ik niet laten liggen. Wij maken momenteel plannen om eens een paar dagen naar de eeuwige stad te gaan – dus dit boek ligt op ons nachtkastje. Laatst wilde ik oud papier in de ondergrondse papierbak gooien. Ik deed de klep omhoog en zag op grijphoogte vijf pockets van Enid Blyton liggen. Vroeger verslond ik die, nu vind ik de kwaliteit ervan ondermaats. Maar ik heb ze toch meegenomen. Tijdens een griepje ofzo is het heerlijk om zo’n flutboekje te lezen.
Sommige spullen die we op straat vinden, geven we weg of verkopen we. Maar dit nachtkastje hebben we zelf gehouden. Het doet prima dienst als flessen-bewaar-kastje. Samen met het gevonden kunstwerk (dag 25) en het lampetstel is het een mooi ensemble. De lampetkan en –kom vonden we níét op straat, die zijn afkomstig van een grootvader. |
AuthorIk schrijf hier over wat we allemaal op straat vinden: serviesgoed, meubels, geld. Over de leuke ontmoetingen die we in onze straat hebben. En over onze levenshouding: leven met wat zich aandient, met wat op je pad komt. Dat houdt in: openstaan voor wat je tegenkomt, op straat, overal. CategoriesArchives
November 2023
|